Background Image
Previous Page  68 / 116 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 68 / 116 Next Page
Page Background

een bepaald effect. Daarnaast geldt voor beleggingen in

eigenvermogensinstrumenten dat een significante of

langdurige daling van de reële waarde ervan tot onder de

kostprijs een objectieve aanwijzing is van een bijzondere

waardevermindering. De Groep is van oordeel dat een

afname met 20% als significant kan worden beschouwd, en

dat evenzo een periode van negen maanden als langdurig

kan worden beschouwd.

Tegen geamortiseerde kosten gewaardeerde financiële

activa

Belangrijke tegen geamortiseerde kosten gewaardeerde

financiële activa worden individueel op bijzondere waarde-

verminderingen getoetst. De overige tegen geamortiseerde

kosten gewaardeerde financiële activa worden onderge-

bracht in groepen met vergelijkbare kredietrisicokenmerken

en collectief beoordeeld. Bij de beoordeling of sprake is van

collectieve bijzondere waardeverminderingen gebruikt de

Groep historische trends met betrekking tot de waarschijn-

lijkheid van het niet nakomen van betalingsverplichtingen,

het tijdsbestek waarbinnen incassering plaatsvindt en de

hoogte van gemaakte verliezen. De uitkomsten worden

bijgesteld als het management van oordeel is dat de huidige

economische en kredietomstandigheden zodanig zijn dat het

waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke verliezen hoger, dan

wel lager, zullen zijn dan historische trends suggereren.

Een bijzonder waardeverminderingsverlies met betrekking

tot een tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd

financieel actief wordt berekend als het verschil tussen de

boekwaarde en de contante waarde van de verwachte

toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de oorspron-

kelijke effectieve rente van het actief. Vorderingen op korte

termijn worden niet verdisconteerd. Verliezen worden

opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Wanneer een gebeurtenis na balansdatum leidt tot een

verlaging van de bijzondere waardevermindering, wordt

deze verlaging teruggenomen via de winst- en

verliesrekening.

Voor verkoop beschikbare financiële activa

Bijzondere waardeverminderingsverliezen op voor verkoop

beschikbare financiële activa worden opgenomen door

overboeking van het opgebouwde verlies in de reële-

waardereserve in het eigen vermogen naar de winst- en

verliesrekening. Het bedrag van het cumulatieve verlies dat

wordt overgeboekt van het eigen vermogen naar de

winst- en verliesrekening is gelijk aan het verschil tussen de

verwervingsprijs, onder aftrek van eventuele aflossing van

de hoofdsom en amortisatie, en de huidige reële waarde,

verminderd met een eventueel bijzonder waardeverminde-

ringsverlies dat eerder in de winst- en verliesrekening is

opgenomen. Veranderingen in voorzieningen voor bijzondere

waardeverminderingen die toerekenbaar zijn aan de

toepassing van de effectieve-rentemethode worden

opgenomen in de intrestopbrengsten.

Als in een latere periode een stijging plaatsvindt van de reële

waarde van een voor verkoop beschikbaar financieel actief,

en de stijging objectief in verband kan worden gebracht met

een gebeurtenis die plaatsvond na de opname van het

bijzondere waardeverminderingsverlies in de winst- en

verliesrekening, dan wordt het bijzondere waardeverminde-

ringsverlies teruggenomen. Bij een herstel in een latere

periode van de reële waarde van een voor verkoop beschik-

baar eigenvermogensinstrument dat onderhevig is aan

bijzondere waardeverminderingen, wordt het bedrag uit

hoofde van het herstel echter opgenomen in niet-gereali-

seerde resultaten.

VASTE ACTIVA AANGEHOUDEN VOOR VERKOOP

Vaste activa (of groepen activa en verplichtingen die worden

afgestoten) waarvan de boekwaarde naar verwachting

hoofdzakelijk via een verkooptransactie zal worden gereali-

seerd en niet door het voortgezette gebruik ervan, worden

aangemerkt als ‘voor verkoop aangehouden’. Direct vooraf-

gaand aan deze classificatie worden de activa (of de

componenten van een groep activa die wordt afgestoten)

geherwaardeerd in overeenstemming met de grondslagen

voor de financiële verslaggeving van de Groep. Hierna

worden de activa (of een groep af te stoten activa) gewaar-

deerd op basis van de boekwaarde, of, indien deze lager is,

de reële waarde (minus verkoopkosten). Vaste activa worden

niet meer afgeschreven zodra ze geklasseerd staan als

aangehouden voor verkoop. Een bijzonder waardeverminde-

ringsverlies op een groep af te stoten activa wordt in eerste

instantie toegerekend aan goodwill en vervolgens naar rato

aan de resterende activa en verplichtingen, met dien

verstande dat geen bijzonder waardeverminderingsverlies

wordt toegerekend aan voorraden, financiële activa,

uitgestelde belastingvorderingen, activa die voortvloeien uit

personeelsbeloningen en vastgoedbeleggingen, die verder in

overeenstemming met de grondslagen van de Groep

gewaardeerd zullen worden. Bijzondere waardeverminde-

ringsverliezen die voortvloeien uit de initiële classificatie en

winsten of verliezen uit herwaardering na eerste opname

worden in de winst- en verliesrekening opgenomen.

PERSONEELSBELONINGEN

Kortetermijnpersoneelsbeloningen

Kortetermijnpersoneelsbeloningen omvatten lonen, salaris-

sen en sociale zekerheidsbijdragen, vakantiegeld, doorbeta-

ling van loon bij ziekte, bonussen en verloningen in natura.

66

05 / FINANCIEEL RAPPORT

KINEPOLIS GROUP

JAARVERSLAG 2014