Background Image
Previous Page  66 / 116 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 66 / 116 Next Page
Page Background

Latere uitgaven

De kostprijs van de vervanging van een deel van een materi-

eel vast actief wordt in de boekwaarde van dat actief

opgenomen indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige

economische voordelen met betrekking tot het actief aan de

Groep zullen toekomen en de kostprijs van het actief

betrouwbaar kan worden bepaald. De kosten van het

dagelijks onderhoud van materiële vaste activa worden als

last in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer zij

worden gemaakt.

Afschrijvingen

Afschrijvingen worden ten laste genomen van de winst-

en verliesrekening volgens de lineaire methode over de

verwachte gebruiksduur van het materieel vast actief en van

de grotere componenten van een actief die afzonderlijk zijn

opgenomen. Ze starten wanneer het actief bedrijfsklaar is.

De restwaarde, gebruiksduur en afschrijvingsmethode

worden jaarlijks beoordeeld. De terreinen worden niet

afgeschreven.

De geschatte gebruiksduur is de volgende:

gebouwen: 30 jaar

inrichting gebouw: 5 – 15 jaar

computers: 3 jaar

machines en toestellen: 5 – 10 jaar

meubilair en voertuigen: 3 – 10 jaar.

VASTGOEDBELEGGINGEN

Een vastgoedbelegging is vastgoed dat wordt aangehouden

om huuropbrengsten of een waardestijging of beide te

realiseren, maar dat niet is bestemd voor de verkoop in het

kader van de normale bedrijfsvoering, voor gebruik in de

productie of levering van goederen of diensten of voor

administratieve doeleinden.

Een vastgoedbelegging wordt opgenomen aan kostprijs,

verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere

waardeverminderingsverliezen. Zodoende zijn de waarde-

ringsregels, uiteengezet onder de hoofding ‘Materiële vaste

activa’, van toepassing.

Huurinkomsten uit vastgoedbeleggingen worden verwerkt

zoals hieronder beschreven in de waarderingsregel in verband

met de ‘Opbrengsten’.

IMMATERIËLE ACTIVA

Goodwill

Tot en met 2009 werd de goodwill bepaald als het verschil

tussen de aankoopprijs en het aandeel van de Groep in

de reële waarde van de verworven identificeerbare

netto-activa.

Vanaf 2010 geldt de volgende waarderingsregel. Goodwill die

ontstaat ten gevolge van een acquisitie, wordt bepaald als

het verschil tussen de reële waarde van de overgedragen

vergoeding plus de boekwaarde van enige minderheidsbelan-

gen in de overgenomen onderneming, of het aandeel in het

eigen vermogen van de overgenomen onderneming indien de

overname in stappen gebeurt, enerzijds, en het aandeel van

de Groep in de reële waarde van de verworven identificeer-

bare activa en passiva, anderzijds. Indien dit verschil negatief

is, wordt het onmiddellijk in de winst- en verliesrekening

opgenomen.

Goodwill wordt gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met

de bijzondere waardeverminderingen. Voor geassocieerde

ondernemingen bevat de boekwaarde van de investering in

de onderneming ook de boekwaarde van de goodwill.

Goodwill wordt niet afgeschreven. In plaats daarvan wordt

jaarlijks getoetst of er sprake is van een bijzondere

waardevermindering.

Overige immateriële activa

Overige immateriële activa verworven door de Groep,

worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met de

gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminde-

ringen (zie verder). Kosten voor intern gegenereerde goodwill

en merken worden als kost in de winst- en verliesrekening

opgenomen op het moment dat deze zich voordoen.

Intern ontwikkelde immateriële activa

Met ontwikkelingsactiviteiten is een plan of ontwerp voor de

productie van nieuwe of wezenlijk verbeterde producten en

processen gemoeid. Intern ontwikkelde immateriële activa

worden in de balans opgenomen wanneer de ontwikkelings-

kosten betrouwbaar kunnen worden bepaald, het product of

proces technisch en commercieel haalbaar is, de toekomstige

economische voordelen waarschijnlijk zijn en de Groep van

plan is en over voldoende middelen beschikt om de ontwikke-

ling te voltooien en het actief te gebruiken of te verkopen.

De kost van intern ontwikkelde immateriële activa bevat alle

kosten die direct toewijsbaar zijn aan het actief.

De overige ontwikkelingskosten en uitgaven voor

onderzoeksactiviteiten worden als last in de winst- en

verliesrekening opgenomen wanneer zij worden gemaakt.

Latere uitgaven

Latere uitgaven voor geactiveerde immateriële activa worden

enkel in de balans opgenomen wanneer ze de toekomstige

economische voordelen eigen aan de activapost waaraan ze

verwant zijn, vergroten. Alle andere uitgaven worden

beschouwd als kosten die in de winst- en verliesrekening

worden opgenomen wanneer zij zich voordoen.

64

05 / FINANCIEEL RAPPORT

KINEPOLIS GROUP

JAARVERSLAG 2014