93 128
IN ’000 €
BREVETTEN
EN LICENTIES
OVERIGE
INTERN ONTWIKKELDE
IMMATERIËLEACTIVA
TOTAAL
Aanschaffingswaarde
8 840
1 111
1 985
11 936
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
-5 523
-748
-1 667
-7 938
NETTO-BOEKWAARDE 31/12/2014
3 317
363
318
3 998
Aankopen
1 327
18
631
1 976
Verkopen en buitengebruikstellingen
-16
-16
Afschrijvingen
-682
-127
-38
-847
Aanschaffingswaarde
10 527
1 129
2 616
14 272
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
-6 581
-875
-1 705
-9 161
NETTO-BOEKWAARDE 31/12/2015
3 946
254
911
5 111
Aankopen
1 341
94
322
1 757
Verkopen en buitengebruikstellingen
-5
-5
Overdracht naar andere categorieën
168
-31
137
Afschrijvingen
-945
-17
-138
-1 100
Aanschaffingswaarde
12 165
1 236
2 938
16 339
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
-7 660
-936
-1 843
-10 439
NETTO-BOEKWAARDE 31/12/2016
4 505
300
1 095
5 900
9. Immateriële activa
De brevetten en licenties bevatten voornamelijk extern
aangekochte software. De intern ontwikkelde immateriële
activa betreffen aanpassingen aan de software voor het
ticketing systeem van de Groep.
De aankopen betreffen in 2016 voornamelijk de investeringen
in de vernieuwing van de front office software van de Groep
voor € 0,6 miljoen. Deze bestaan uit intern gepresteerde
uren voor € 0,3 miljoen en externe aankopen voor € 0,3 miljoen.
10. Goodwill en bedrijfscombinaties
GOODWILL
IN ’000 €
2015
2016
SALDO OP HET EINDE VAN HET VORIG BOEKJAAR
36 116
53 256
Aanschaffingen door bedrijfscombinaties
17 340
Aanpassingen aan de goodwill
-200
SALDO OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR
53 256
53 255
De aanschaffingen door bedrijfscombinaties worden verder
in deze toelichting besproken (zie Bedrijfscombinaties).
Eind 2016 werd er, zoals elk jaar in deze periode, nagegaan
of er geen indicaties waren die duidden op een mogelijke
waardevermindering van niet-financiële activa. Hierbij werd
rekening gehouden met de economische situatie, de evolutie
van de bezoekcijfers, de EBITDA en de componenten die
de door de Groep vooropgestelde gewogen gemiddelde
kost van het vermogen bepalen, met name de risicovrije
rentevoet, de marktrisicopremie en de kost van het
vreemd vermogen.
Voor kasstroomgenererende entiteiten waaraan goodwill
toegewezen wordt, dient steeds een jaarlijkse bijzondere
waardeverminderingstest uitgevoerd te worden, ongeacht
of er aanwijzingen voor een bijzondere waardeverminde-
ring bestaan.
Als gevolg van de uitgevoerde waardeverminderingstesten
werd geen bijzondere waardevermindering vastgesteld.
Het management volgt de bijzondere waardeverminde-
ringstesten, zoals steeds, op landniveau op. Dit is tevens
het niveau waarop goodwill wordt opgevolgd voor interne
beheersdoeleinden.
93
05 / FINANCIEEL RAPPORT
KINEPOLIS GROUP
JAARVERSLAG 2016