Background Image
Previous Page  79 / 116 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 79 / 116 Next Page
Page Background

OVERIGE BEDRIJFSKOSTEN

IN ’000 €

2013

2014

Minderwaarde op de realisatie van materiële vaste activa

-80

-34

Minderwaarde op de realisatie van handelsvorderingen

-243

-270

Versnelde afschrijving van materiële vaste activa

-369

-33

Versnelde afschrijving van immateriële activa

-100

Overige

-53

-5

TOTAAL

-845

-342

IN ’000 €

2013

2014

Lonen en salarissen

-27 474

-31 218

Verplichte sociale zekerheidsbijdragen

-7 893

-8 234

Werkgeverspremies personeelsverzekeringen

-339

-475

Op aandelen gebaseerde betalingen

-181

-389

Overige personeelskosten

-1 892

-2 316

TOTAAL

-37 779

-42 632

Totaal voltijdse equivalenten op balansdatum

799

965

Versnelde afschrijving van immateriële en materiële vaste activa

In 2013 werden een aantal materiële vaste activa in aanbouw,

met betrekking tot een gewijzigd project in Leuven (België)

in resultaat genomen. Tevens werden er in 2013 en 2014

licenties, die in de toekomst niet meer gebruikt zullen

worden, versneld afgeschreven.

5. Personeelskosten en overige sociale voordelen

De toename van de personeelskosten in 2014 is vooral te wijten aan

het hoger aantal voltijdse equivalenten op 31 december 2014. De

stijging van het aantal voltijdse equivalenten, ten gevolge van de ex-

pansie van de Groep in Spanje en Nederland, wordt deels gecompen-

seerd door het efficiënter plannen van de personeelsbezetting in de

cinema’s in alle landen en het maximaal gebruik van interimpersoneel

in België. Verder namen de personeelskosten ook toe door de reorga­

nisatie van een aantal departementen in de verschillende landen.

De personeelskosten omvatten brugpensioenen die volgens

IFRS behandeld dienen te worden als ontslagvergoedingen,

daar er bij de werknemers bij de aanwerving of tijdens de

dienstperiode geen redelijke verwachting werd gecreëerd dat

men voor de wettelijke pensioenleeftijd recht zou hebben op

een brugpensioen. Het betreft niet-materiële bedragen.

Pensioenplannen

Een aantal van de Belgische bedienden van de Groep hebben

een aanvullende pensioenverzekering.

De Belgische wetgeving vereist een rendement van minstens

3,25% voor werkgeversbijdragen en minstens 3,75% voor

werknemersbijdragen waarbij een tekort wordt gedekt door

de werkgever. De betrokken verzekeraars bevestigden dat

het jaarlijks rendement per einde 2014 minstens 3,25%

bedraagt en er dus geen provisie diende aangelegd te worden

om een tekort te dekken. De verplichtingen worden volledig

gedekt door de activa van de pensioenplannen.

De kosten gerelateerd aan de Belgische pensioenplannen

bedroegen € 0,3 miljoen in 2014 en € 0,3 miljoen in 2013.

De verwachte bijdragen voor 2015 bedragen € 0,3 miljoen.

De Groep heeft gekozen voor de ‘Intrinsic Value’ methode, die

bestaat uit het berekenen, voor ieder lid afzonderlijk, van de

minimum gewaarborgde reserve (rekening houdend met een

interestvoet van 3,75% voor werknemersbijdragen en een

interestvoet van 3,25% voor werkgeversbijdragen) en de wis-

kundige reserve, beide op balansdatum. De gewaarborgde

reserve is gelijk aan het hoogste van de minimum gewaar-

borgde reserve en de wiskundige reserve.

Een tekort ontstaat wanneer de gewaarborgde reserve hoger

is dan de wiskundige reserve. Gebaseerd op de kwantitatieve

toelichtingen, zoals in de tabel hieronder weergegeven, besluit

de Groep dat er geen tekort bestaat in de plannen vergeleken

met het minimum gegarandeerde rendement op de bijdragen.

In het geval van een tekort zal de Groep een provisie aanleg-

gen gelijk aan het tekort vergeleken met het minimum

gegarandeerde rendement op de bijdragen.

Meerwaarde op de realisatie van materiële vaste activa

De Groep realiseerde in 2013 een meerwaarde van

€ 0,9 miljoen, na aftrek van verkoopkosten, op de verkoop

van een deel van een braakliggend terrein, voor de

bioscoop in Poznań (Polen), aan Porsche Inter Auto Polska,

voor € 2,0 miljoen.

77

05 / FINANCIEEL RAPPORT

KINEPOLIS GROUP

JAARVERSLAG 2014