Tegen geamortiseerde kosten gewaardeerde financiële activa
Belangrijke tegen geamortiseerde kosten gewaardeerde
financiële activa worden individueel op bijzondere waardever-
minderingen getoetst. De overige tegen geamortiseerde
kosten gewaardeerde financiële activa worden ondergebracht
in groepen met vergelijkbare kredietrisicokenmerken en
collectief beoordeeld. Bij de beoordeling of sprake is van
collectieve bijzondere waardeverminderingen gebruikt de
Groep historische trends met betrekking tot de waarschijnlijk-
heid van het niet nakomen van betalingsverplichtingen, het
tijdsbestek waarbinnen incassering plaatsvindt en de hoogte
van gemaakte verliezen. De uitkomsten worden bijgesteld als
het management van oordeel is dat de huidige economische
en kredietomstandigheden zodanig zijn dat het waarschijnlijk
is dat de daadwerkelijke verliezen hoger, dan wel lager, zullen
zijn dan historische trends suggereren.
Een bijzonder waardeverminderingsverlies met betrekking tot
een tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd financieel
actief wordt berekend als het verschil tussen de boekwaarde
en de contante waarde van de verwachte toekomstige
kasstromen, verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effec-
tieve rente van het actief. Vorderingen op korte termijn
worden niet verdisconteerd. Verliezen worden opgenomen in
de winst- en verliesrekening.
Wanneer een gebeurtenis leidt tot een verlaging van de
bijzondere waardevermindering, wordt deze verlaging
teruggenomen via de winst- en verliesrekening.
Voor verkoop beschikbare financiële activa
Bijzondere waardeverminderingsverliezen op voor verkoop
beschikbare financiële activa worden opgenomen door
overboeking van het opgebouwde verlies in de reële-waarde
reserve in het eigen vermogen naar de winst- en verliesreke-
ning. Het bedrag van het cumulatieve verlies dat wordt
overgeboekt van het eigen vermogen naar de winst- en
verliesrekening is gelijk aan het verschil tussen de verwer-
vingsprijs, onder aftrek van eventuele aflossing van de
hoofdsom, en de huidige reële waarde, verminderd met een
eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies dat eerder in
de winst- en verliesrekening is opgenomen. Veranderingen in
voorzieningen voor bijzondere waardeverminderingen die
toerekenbaar zijn aan de toepassing van de effectieve-rente-
methode worden opgenomen in de intrestopbrengsten.
Als in een latere periode een stijging plaatsvindt van de reële
waarde van een voor verkoop beschikbaar financieel actief, en
de stijging objectief in verband kan worden gebracht met een
gebeurtenis die plaatsvond na de opname van het bijzondere
waardeverminderingsverlies in de winst- en verliesrekening,
dan wordt het bijzondere waardeverminderingsverlies
teruggenomen. Bij een herstel in een latere periode van de
reële waarde van een voor verkoop beschikbaar eigen
vermogensinstrument dat onderhevig is aan bijzondere
waardeverminderingen, wordt het bedrag uit hoofde van
het herstel echter opgenomen in niet-gerealiseerde
resultaten.
VASTE ACTIVA AANGEHOUDEN VOOR VERKOOP
Vaste activa (of groepen activa en verplichtingen die worden
afgestoten) waarvan de boekwaarde naar verwachting
hoofdzakelijk via een verkooptransactie zal worden
gerealiseerd en niet door het voortgezette gebruik ervan,
worden aangemerkt als ‘voor verkoop aangehouden’. Direct
voorafgaand aan deze classificatie worden de activa (of de
componenten van een groep activa die wordt afgestoten)
geherwaardeerd in overeenstemming met de grondslagen
voor de financiële verslaggeving van de Groep. Hierna
worden de activa (of een groep af te stoten activa) gewaar-
deerd op basis van de boekwaarde, of, indien deze lager is,
de reële waarde (minus verkoopkosten). Vaste activa
worden niet meer afgeschreven zodra ze geklasseerd staan
als aangehouden voor verkoop. Een bijzonder waardever-
minderingsverlies op een groep af te stoten activa wordt in
eerste instantie toegerekend aan goodwill en vervolgens
naar rato aan de resterende activa en verplichtingen, met
dien verstande dat geen bijzonder waardeverminderings-
verlies wordt toegerekend aan voorraden, financiële activa,
uitgestelde belastingvorderingen en activa die voortvloeien
uit personeelsbeloning, die verder in overeenstemming met
de grondslagen van de Groep gewaardeerd zullen worden.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen die voortvloeien
uit de initiële classificatie en winsten of verliezen uit
herwaardering na eerste opname worden in de winst- en
verliesrekening opgenomen.
PERSONEELSBELONINGEN
Kortetermijnpersoneelsbeloningen
Kortetermijnpersoneelsbeloningen omvatten lonen,
salarissen en sociale zekerheidsbijdragen, vakantiegeld,
doorbetaling van loon bij ziekte, bonussen en verloningen in
natura. Deze worden als kost geboekt wanneer de daarmee
verband houdende diensten worden verricht. Een deel van
het personeel van de Groep komt in aanmerking voor een
bonus, op basis van individuele prestaties en financiële
doelstellingen. Het bedrag van de bonus dat ten laste wordt
genomen is gebaseerd op een schatting op balansdatum.
Personeelsbeloningen na uitdiensttreding
Personeelsbeloningen na uitdiensttreding bevatten de
pensioenplannen. De Groep voorziet in vergoedingen na
uitdiensttreding voor een deel van haar werknemers onder
de vorm van ‘toegezegde-bijdrageregelingen’.
76
05 / FINANCIEEL RAPPORT
KINEPOLIS GROUP
JAARVERSLAG 2016




