Page 41 - __Jaarlijksverslag_2013

This is a SEO version of __Jaarlijksverslag_2013. Click here to view full version

« Previous Page Table of Contents Next Page »

Bijzondere waardeverminderingen

Niet-fnanciële activa

De boekwaarden van de niet-fnanciële activa van de Groep, met uit-zondering van de voorraden en uitgestelde belastingvorderingen, wor-den op elke balansdatum beoordeeld om na te gaan of er een indicatie tot bijzondere waardevermindering bestaat. Indien een dergelijke indi-catie bestaat, wordt de realiseerbare waarde van het actief geraamd. Voor goodwill en immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur of die nog niet voor gebruik beschikbaar zijn, wordt de realiseerbare waarde ieder jaar op dezelfde datum geschat. Een bijzondere waarde-vermindering wordt geboekt wanneer de boekwaarde van een actief, of de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde.

De realiseerbare waarde is de hoogste van de gebruikswaarde of de reële waarde minus verkoopkosten. Bij het bepalen van de gebruiks-waarde worden de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen berekend met behulp van een vooropgestelde gewogen gemiddelde kost van het vermogen, die zowel de actuele marktrente als de specifeke risico’s met betrekking tot het actief of de kas-stroomgenererende eenheid weergeeft. Voor een actief dat op zich-zelf geen omvangrijke kasinstromen genereert, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. De in een bedrijfscombinatie verworven goodwill wordt toegerekend aan groepen kasstroomgenererende eenheden die naar verwachting zullen profteren van de synergievoordelen van de combinatie.

Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingsverliezen opgenomen met betrekking tot kasstroomgenererende eenheden worden eerst in mindering gebracht op de boekwaarde van, eventu-eel, aan kasstroomgenererende eenheden (of groepen van eenheden) toegerekende goodwill en vervolgens naar rato in mindering gebracht op de boekwaarde van de overige activa van de eenheid (of groep van eenheden).

Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen indien de terugname objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die zich heeft voorgedaan nadat dit bijzonder waar-deverminderingsverlies werd genomen. Een eerder geboekte bijzon-dere waardevermindering wordt teruggenomen, als er een wijziging is opgetreden in de ramingen gebruikt ter bepaling van de realiseerbare waarde, doch niet voor een hoger bedrag dan de netto boekwaarde die zou zijn bepaald, als er de vorige jaren geen bijzondere waarde-vermindering werd geboekt. Een bijzondere waardevermindering met betrekking tot goodwill wordt niet teruggenomen.

Niet-afgeleide fnanciële activa

Financiële activa die niet tegen reële waarde met verwerking van waar-deveranderingen in de winst- en verliesrekening gewaardeerd worden, met inbegrip van investeringen die worden verwerkt volgens de vermo-gensmutatiemethode, worden op iedere balansdatum beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen bestaan dat zij een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. Een fnancieel actief wordt geacht onderhevig te zijn aan een bijzondere waardevermindering indien er objectieve aanwijzingen zijn dat na de eerste opname van het actief zich een gebeurtenis heeft voorgedaan die een negatief effect heeft gehad op de verwachte toekomstige kasstromen van dat actief en waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt.

Objectieve aanwijzingen dat fnanciële activa onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering omvatten het niet nakomen van beta-lingsverplichtingen en achterstallige betalingen door een debiteur, her-structurering van een aan de Groep toekomend bedrag onder voorwaar-den die de Groep anders niet zou hebben overwogen, aanwijzingen dat een debiteur of emittent failliet zal gaan, nadelige veranderingen in de betalingsstatus van debiteuren of emittenten, economische omstandig-heden die gepaard gaan met wanbetalingen en het verdwijnen van een actieve markt voor een bepaald effect. Daarnaast geldt voor beleggin-gen in eigenvermogensinstrumenten dat een signifcante of langdurige daling van de reële waarde ervan tot onder de kostprijs een objectieve aanwijzing is van een bijzondere waardevermindering. De Groep is van oordeel dat een afname met 20% als signifcant kan worden beschouwd, en dat evenzo een periode van negen maanden als langdurig kan worden beschouwd.

Tegen geamortiseerde kosten gewaardeerde fnanciële activa Belangrijke tegen geamortiseerde kosten gewaardeerde fnanci-ële activa worden individueel op bijzondere waardeverminderingen getoetst. De overige tegen geamortiseerde kosten gewaardeerde fnanciële activa worden ondergebracht in groepen met vergelijkbare kredietrisicokenmerken en collectief beoordeeld. Bij de beoordeling of sprake is van collectieve bijzondere waardeverminderingen gebruikt de Groep historische trends met betrekking tot de waarschijnlijk-heid van het niet nakomen van betalingsverplichtingen, het tijdsbe-stek waarbinnen incassering plaatsvindt en de hoogte van gemaakte verliezen. De uitkomsten worden bijgesteld als het management van oordeel is dat de huidige economische en kredietomstandigheden zodanig zijn dat het waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke verliezen hoger, dan wel lager, zullen zijn dan historische trends suggereren.

Een bijzonder waardeverminderingsverlies met betrekking tot een tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd fnancieel actief wordt berekend als het verschil tussen de boekwaarde en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de oor-spronkelijke effectieve rente van het actief. Vorderingen op korte termijn worden niet verdisconteerd. Verliezen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Wanneer een gebeurtenis na balansdatum leidt tot een verlaging van de bijzondere waardevermindering, wordt deze verlaging teruggenomen via de winst- en verliesrekening.

Voor verkoop beschikbare fnanciële activa

Bijzondere waardeverminderingsverliezen op voor verkoop beschikbare fnanciële activa worden opgenomen door overboeking van het opge-bouwde verlies in de reële-waardereserve in het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening. Het bedrag van het cumulatieve verlies dat wordt overgeboekt van het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening is gelijk aan het verschil tussen de verwervingsprijs, onder aftrek van eventu-ele afossing van de hoofdsom en amortisatie, en de huidige reële waarde, verminderd met een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies dat eerder in de winst- en verliesrekening is opgenomen. Veranderingen in voorzieningen voor bijzondere waardeverminderingen die toerekenbaar zijn aan de toepassing van de effectieve-rentemethode worden opgeno-men in de intrestopbrengsten.

Als in een latere periode een stijging plaatsvindt van de reële waarde van een voor verkoop beschikbaar fnancieel actief, en de stijging objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de opname van het bijzondere waardeverminderingsverlies in de winst- en

KINEPOLIS GROUP JAARVERSLAG 2013 05 Financieel rapport 54

Page 41 - __Jaarlijksverslag_2013

This is a SEO version of __Jaarlijksverslag_2013. Click here to view full version

« Previous Page Table of Contents Next Page »